Bruine Bonen en Kouseband

In 1936 verlaat Max Woiski Suriname om in Nederland rechten te gaan studeren. Als getalenteerd muzikant komt hij al snel terecht in het jazz-circuit, waar hij in de jaren ’50 bekend wordt met zijn hit ‘Bruine Bonen met Rijst’. Zijn muzikale zoon Max junior volgt zijn vader naar Amsterdam, en scoort later ook hits met ‘Rijst met Kouseband’ en ‘Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw’. In het boek Bruine Bonen en Kouseband geeft Patrick van den Hanenberg inzicht in de problematische verhouding tussen vader en zoon Woiski, die als Surinaamse muzikanten en entertainers succes wisten te behalen in een even wantrouwend als enthousiast blank Nederland.