Thomas Rueb wint met Laura H. Het kalifaatmeisje uit Zoetermeer de Brusseprijs 2019 voor het beste journalistieke boek. Dit heeft juryvoorzitter Bas Haan op zaterdag 15 juni bekendgemaakt in een speciale uitzending van NOS Met het Oog Op Morgen vanuit Desmet Studio’s te Amsterdam. Rueb ontvangt het prijzengeld van € 10.000 dat beschikbaar is gesteld door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
Laura H. van NRC-journalist Rueb is het onthutsende verslag van de lijdensweg van een Nederlandse vrouw die met haar Nederlands-Marokkaanse man en twee kinderen in 2015 naar het IS-kalifaat in Syrië reist. Laura weet uiteindelijk de oorlog te ontvluchten, maar terug in Nederland wordt ze gevangengezet.
De jury van de Brusseprijs (Bas Haan, Brenda Stoter Boscolo en Humberto Tan) over Laura H.: “De overtuiging waarmee Rueb Laura’s leven voor en in het Kalifaat dichtbij weet te brengen is overrompelend en wint aan kracht doordat de schrijver het verhaal vertelt vanuit zijn eigen vragen en verbazing. Daarbij is het boek zo rijk aan details, dat je als lezer daadwerkelijk het gevoel hebt dat je het allemaal zelf meemaakt.”
Lees hier het volledige juryrapport.
Thomas Rueb was een van de vijf genomineerden voor de Brusseprijs 2019, de non-fictieprijs die sinds 2006 bestaat. Andere genomineerden waren: Peter Giesen Retour de France. Over de route nostalgique naar het Frankrijk van nu; Marcel Haenen De bokser. Het leven van Max Moszkowicz; Chris de Stoop Wanneer het water breekt; Arjen van Veelen Amerikanen lopen niet. Leven in het hart van de VS.
Voor de prijs voor het beste journalistieke boek waren dit jaar 178 titels ingestuurd. De jury is zeer lovend over het grote aantal goede inzendingen. Naast gedegen journalistiek onderzoekswerk zag de jury ook veel schrijfkwaliteit. ‘Al deze genomineerden verdienen het gelezen te worden’, zegt juryvoorzitter Bas Haan, die vorig jaar zelf de Brusseprijs won met zijn boek De rekening voor Rutte.
Laura H. van Thomas Rueb verscheen bij uitgeverij Das Mag. Onlangs werd bekend dat het productiehuis van documentairemaker Michiel van Erp werkt aan de verfilming van het boek.