Interview

Inge Oosterhoff vertelt over haar meelooptraject bij Pointer (KRO-NCRV).

Via de Beurs Expertisebevordering liep freelance journalist Inge Oosterhoff (33) met steun van het Fonds BJP ruim vier maanden mee bij onderzoeksjournalistiek platform Pointer (KRO-NCRV). Het was de bedoeling dat ze drie dagen per week mee zou lopen, maar als snel zat ze zo diep in haar onderzoek over tekorten aan woonwagenstandplaatsen dat het haar full time in beslag nam. We vroegen haar hoe ze het traject heeft ervaren.

23 juli 2021
Inge Oosterhoff
23 juli 2021

Waar heb je je bij Pointer mee beziggehouden?
Ik heb van dit leertraject gebruikgemaakt om aan een verhaal te werken wat ik al langer wilde maken, maar waarvoor ik niet de technieken kende om het goed te doen: een dataonderzoek naar historische tekorten aan woonwagenstandplaatsen. Dat wilde ik graag onder begeleiding doen, in ieder geval het datagedeelte. Toen ik het eerste gesprek had met redacteuren van Pointer René Sommer en Jerry Vermanen vroegen ze of ik zelf een idee had voor een project – zij waren ook enthousiast over dit onderwerp. Het onderzoek begon met de data, maar eindigde met heel menselijke verhalen, wat ik als verhalend journalist ook belangrijk vind.

Uiteindelijk heb ik het meeste zelfstandig gedaan: data verzameld, overheidsdocumenten gelezen. Maar op momenten dat ik vastliep op vragen als ‘welke data heb ik precies nodig?’ of ‘hoe kan ik dit het beste berekenen of er de juiste conclusies uit trekken?’, konden mijn collega’s meekijken en advies geven. Ik heb ook veel overlegd met de designer en de developer over de manier waarop we de data het beste konden visualiseren, want die hebben daar goede ideeën over. Ik heb samen met hen een interactieve narratieve productie gemaakt waarin de woonwagenbewoners die nu last hebben van standplaatstekorten zelf aan het woord komen. En ik heb twee artikelen geschreven: één achtergrondartikel over de geschiedenis van het woonwagenbeleid en een artikel over die standplaatstekorten.

“Bij Pointer is er veel ruimte om te overleggen en te experimenteren.”

Hoe heb je dat ervaren?
Ik vond het ontzettend leuk om aan dit onderzoek te werken. Ik heb veel geleerd van mijn collega’s,  die fantastische skills hebben die ik niet heb. Samen met hen kon ik een veel grotere en meer impactvolle productie realiseren dan ik alleen had gekund, voor een groot platform als Pointer. Voor hen was het proces ook leerzaam, want zij waren weer positief verrast over het feit dat we met de interactive niet alleen data maar ook de menselijke kant van een verhaal op een vernieuwende manier presenteerden. Het was dus een beetje tweerichtingsverkeer.

Ik heb als freelancer ook nooit meegedraaid op een redactie. Redactievergaderingen en pitchvergaderingen, daar zat ik nooit bij. Ik zal altijd in mijn eentje heel lang aan een pitch te werken; dan stuur je het naar een eindredacteur en die zegt dan ja of nee. Je bent eigenlijk de hele tijd in je eigen hoofd bezig. Bij Pointer is er veel ruimte om te overleggen en te experimenteren. Zo kon ik van dichtbij zien hoe dat proces werkt. Hoe een verhaal tot stand komt, hoe samenwerkingen tot stand komen, waarom bepaalde verhalen worden afgeschoten of juist worden doorgezet en wat daarbij komt kijken. Dat was heel waardevol om mee te maken.

Je deed het traject met een Beurs Expertisebevordering van het Fonds. Hoe heb jij de aanvraagprocedure daarvoor ervaren?
Ik vond het eigenlijk heel makkelijk. Zolang je je leerdoelen duidelijk hebt voor jezelf dan is dat proces best snel te doorlopen. De leerdoelen heb ik zelf bedacht. Als journalist heb ik de afgelopen jaren vooral on-the-job dingen geleerd, door te experimenten en gewoon dingen te doen. Ik heb geen journalistieke opleiding maar heb Amerikanistiek gestudeerd, waarna ik de journalistiek in ben gerold. Als freelancer ben ik ook vooral bezig geweest met verhalende journalistiek. Daar heb ik veel over geleerd als bestuurslid van de Stichting Verhalende Journalistiek, maar echte datajournalistiek is iets wat je onder begeleiding moet leren. Ik vond het interessant dat ze bij Pointer vanuit de datajournalistiek over maatschappelijke en menselijke onderwerpen schrijven. Dat wil ik in de toekomst ook doen.

“Er komen steeds weer nieuwe journalistieke ervaringen bij.”

Na vier maanden zat je tijd bij Pointer erop. Wat deed je daarna?
Sindsdien ben ik part-time als freelancer blijven hangen. René Sommer heeft me gevraagd voor een nieuwe opdracht als researcher en ik sluit ook aan bij de pitchvergaderingen en de andere vergaderingen, dus ik kan vrij makkelijk nieuwe ideeën pitchen. Dat is heel leuk, en het is natuurlijk ook fijn dat ik er betaalde opdrachten bij Pointer aan heb overgehouden. Voor mij was het heel prettig dat ik het meelooptraject met het steun van het Fonds kon doorlopen, ook al ga je tijdens zo’n traject uiteindelijk toch snel – zeker als je aan zo’n groot project werkt – meer tijd investeren dan je eigenlijk had berekend. Het is fijn dat ik die investering nu terugkrijg door als freelancer bij Pointer te blijven werken.

Welke impact had het traject op jouw journalistieke praktijk?
Voor mij is het leerzaam geweest om te weten dat ik dit kan en wat ik precies met data-onderzoek en een team van designers en developers kan bereiken. Met de projecten die ik daarna voor Pointer heb gedaan, zat ik bovendien opeens in Spraakmakers of in een TV-uitzending. Ik was nog nooit op radio of tv geweest, dus er komen steeds weer nieuwe journalistieke ervaringen bij.

Wat was je grootste uitdaging tijdens dit traject?
Ik had eigenlijk verwacht dat ik een heel grote slag moest maken om in een datajournalistieke mindset te komen. Ik dacht dat ik met veel moeite een brug moest gaan slaan tussen datajournalistiek en meer verhalende journalistiek, maar ik kwam erachter dat dat veel dichter bij elkaar ligt dan ik van tevoren had gedacht. Ik ben ook niet uit dit traject gekomen met een paar nieuwe datajournalistieke trucjes, maar vooral met goed zicht op hoe datajournalistiek en verhalende technieken elkaar kunnen versterken. Ik merkte ook dat ik al heel veel skills die je voor goede datajournalistiek nodig hebt in huis had. Daar kon ik onder begeleiding van mijn collega’s bij Pointer toffe dingen mee doen. 

Kan je een voorbeeld noemen van de skills die je nodig hebt voor datajournalistiek?
Het beeld dat ik van datajournalistiek had was toch vooral een beetje toveren met cijfertjes. Dat moet je ook kunnen, maar het is vooral een kwestie van begrip van wat voor verhalen je uit die cijfers kunt halen. Ik heb ook geleerd dat ik niet alles zelf hoef te kunnen. Tot nu toe heb ik veel projecten zelfstandig gedaan, ook als ik er weinig ervaring in had: een radiodocumentaire gemaakt, aan documentaires en filmscripts gewerkt; ik wilde alles zelf kunnen. Ik realiseer me nu dat ik niet alles zelf hoef te doen, zolang ik weet wat ik voor ogen heb en op welke punten ik hulp nodig heb.

“Ik heb nu goed zicht op hoe datajournalistiek en verhalende technieken elkaar kunnen versterken.”

Na de middelbare school studeerde ik modeontwerpen in Arnhem. Daar had je de eerste twee jaar naailessen en patroontekenen en moest je veel detailwerk kunnen. De docent zei daarover: je gaat dit praktische werk later waarschijnlijk helemaal niet doen, als je een succesvolle modeontwerper wordt. Maar je kunt geen ontwerper worden als je niet weet hoe je in de praktijk een kledingstuk construeert. Je moet weten wat wel en niet kan. Je moet weten wat er bij komt kijken. Dat is een beetje wat ik mij tijdens dit leertraject realiseerde: het is niet zo dat ik nu een expert in datajournalistiek ben of moet worden, maar ik weet wel wat er mogelijk is en hoe ik dat samen met anderen kan realiseren.