Interview

‘Het was voor mij een droom om als journalist in Nederland kunnen werken’

Reza Sardari is al zo’n 25 jaar journalist. In 2012 vluchtte hij vanuit Iran naar Nederland. Twaalf jaar later vindt hij steeds meer zijn weg in de Nederlandse journalistiek en weet hij zijn skills verder te ontwikkelen, mede dankzij een subsidie van het Fonds BJP. Andere nieuwkomers gunt hij een kortere weg. ‘Het is belangrijk om zo snel mogelijk je talenten te kunnen ontplooien.’

 

 

25 april 2024
25 april 2024

Reza Sardari werkt al sinds eind jaren negentig als journalist. Toen hij nog in Iran woonde, legde hij zich al toe op het métier dat hij zich via allerlei cursussen en in de praktijk eigen maakte. Toen Sardari in 2012 naar Nederland vluchtte, duurde het een tijd voordat hij de draad weer kon oppakken. ‘Het was voor mij een droom om als journalist in Nederland kunnen werken. Maar de taal vormde lange tijd een belemmering. Voor fotografen, filmmakers die ook nieuwkomer zijn en nog geen Nederlands spreken is dat minder een probleem, maar voor een schrijvend journalist wel.’ In de eerste jaren hier schreef Sardari vooral artikelen in het Farsi over de politieke situatie in Iran voor uiteenlopende internationale mediaplatforms.

Steviger positie
Een belangrijke stap om zich ook Nederland als journalist te kunnen manifesteren, was toen Sardari in contact kwam met RFG Magazine. Dit online mediaplatform begeleidt sinds 2017 journalisten met een vluchtelingenachtergrond op hun pad naar een steviger positie op de Nederlandse arbeidsmarkt. Sardari stippelde met de hulp Rob Hartgers, projectmanager bij RFG Magazine, een plan uit om zijn journalistieke vaardigheden verder te ontwikkelen. Daarbij kwam datajournalistiek al snel in het vizier. ‘Je bent dan minder afhankelijk van taal. Je werkt dan meer met software en met cijfers.’ Met hulp van Hartgers diende Sardari een aanvraag in bij het Fonds BJP voor een Beurs Journalistieke Ontwikkeling een cursus datajournalistiek te kunnen volgen aan de Hogeschool Utrecht. De aanvraag werd gehonoreerd. ‘Ik was heel blij want ik kon vanwege mijn achtergrond nog geen journalistieke publicatie in het Nederlands laten zien. Dat is eigenlijk een voorwaarde.’

Nederlandse journalistieke cultuur
‘De cursus was zeker nuttig’, stelt Sardari, terugblikkend. ‘Ik heb er veel geleerd over datajournalistiek in aanvulling op de cursussen die ik in Iran al had gevolgd.’ Maar de eenjarige opleiding die hij nu bij Open Eyes Institute volgt – een opleiding voor onderzoeksjournalistiek – brengt hem nog veel meer, zegt hij. Ook daarvoor werd zijn subsidieaanvraag bij het Fonds gehonoreerd. ‘Ik leer er bijvoorbeeld veel over de Nederlandse journalistieke cultuur. Ik dacht vooraf dat als je een pitch indient bij een medium, dat je dan al je cijfers en je onderzoek al klaar moest hebben. Nee, het werkt anders. Je kunt ook je idee kort toelichten. En later, als het medium geïnteresseerd is, aan de slag gaan.’

Land van glas
Een ander aspect van Nederland dat voor hem ontsluierd werd gedurende zijn opleiding bij Open Eyes: de schijnbare openheid van de Nederlandse samenleving. Sardari: ‘Ik dacht van tevoren: Nederlands is een transparant land. Als je iets gaat onderzoeken dan kun je alles meteen vinden. Het is een land van glas. Maar dat is helemaal niet zo, vind ik.’
Sardari illustreert dit punt met een onderzoeksjournalistiek project waarmee hij bezig is. ‘Ik ben al een tijdje bezig om voor mijn verhaal bij vier instanties informatie te verkrijgen via een WOO-verzoek (Wet Open Overheid, red.). Dat is me nog niet gelukt.’

Sneller wegwijs maken
Sardari is content dat hij zijn weg in de Nederlandse journalistiek meer en meer weet te vinden en zijn vaardigheden verder kan ontwikkelen. Hij is erkentelijk voor de financiële steun van het Fonds BJP en voor de begeleiding door RFG Magazine. ‘Ik kan dankzij die support en begeleiding nu zelfstandig aan de slag en mijn netwerk verder opbouwen.’ Waar hij vurig voor pleit is dat andere nieuwkomers sneller hun weg vinden dan hij en sneller wegwijs worden gemaakt. ‘Als nieuwkomer, als statushouder weet je weinig over de Nederlandse samenleving. Laat journalisten daarom als ze hier aankomen meteen zien wat de mogelijkheden zijn. Het is zo belangrijk voor nieuwkomers en voor de samenleving dat ze hun talenten kunnen ontplooien.’