Zeven tips van voormalig trainees voor een geslaagd traineeship onderzoeksjournalistiek
Voor de allereerste lichting trainees van het Jong Talentprogramma van het Fonds BJP komt na twee jaar een einde aan hun traineeships. Zij werkten de afgelopen tijd onder begeleiding als onderzoeksjournalist bij verschillende regionale en landelijke media en namen op 10 september afscheid tijdens de kick-off van een nieuw jaar Jong Talent. Hoogste tijd voor wat reflectie. Wat hebben zij geleerd in de journalistieke praktijk? Welke lessen nemen ze mee? En wat hadden ze graag willen weten toen ze zelf aan het traineeship begonnen? Deze zeven tips willen de oud-trainees voor hun vertrek nog meegeven aan hun opvolgers.
De eerste lichting trainees die op 10 september 2021 afscheid namen. (Van links naar rechts: Arjan Rienks, Hessel von Piekartz, Maartje Spieksma, Rick Plantinga en Sophie Blok).
1. Kies de onderwerpen waar je energie van krijgt
Monique Hindriks, voormalig trainee bij AT5: “Onderzoeksjournalistiek gezien vind ik het goed om de onderwerpen waar je zelf al veel interesse in hebt uit te gaan zoeken. Je bent soms vrij
lange tijd met iets bezig, dus dan kun je beter iets doen waar je aan het begin enthousiast over bent, want je wordt het vanzelf zat. Dus kies de onderwerpen waar je energie van krijgt.”
“En ook nog als praktische tip, die voor mij goed werkt: houd een ideeëndocument bij, waarin je zelfs de meest korte gedachtes die je hebt voor een onderzoek opschrijft. Heel veel journalisten zeggen ‘ik zet dat altijd wel ergens neer, in een notitieboekje’. Maar ik zou echt zeggen, kies één document, doe het gestructureerd, app het eerst naar jezelf, zet het daarna in het document, en niet in verschillende documenten. Zo heb je altijd een soort brondocument waarnaartoe je terug kunt gaan voor ideeën. En zeker korte dingen die je bedenkt onder de douche zijn vaak echt leuke dingen om mee verder te gaan.”
2. Durf vragen te stellen
Monique Hindriks: “Ga naar de redactieborrels, ontmoet je collega’s. Werk in het begin ook heel veel samen. Ik denk dat ik dat in het begin soms te weinig heb gedaan.”
Maartje Spieksma, voormalig trainee bij het Brabants Dagblad: “Durf vragen te stellen, durf om hulp te vragen. Je bent er om te leren, je hoeft het niet allemaal meteen te kunnen. Het kan best imponerend zijn als je ergens binnenkomt.”
Monique Hindriks: “Ik zou ook de nieuwe trainees willen aanraden om een soort mentor voor jezelf te creëren. Je wordt waarschijnlijk gekoppeld aan iemand op de redactie die jou begeleidt, maar dat hoeft misschien niet per se diegene te zijn die je als mentor uitkiest. Maar het is heel fijn als je één iemand op de redactie hebt naar wie je altijd toe kan gaan en met wie je kan sparren als je vastloopt. Het hoeft niet iemand op de redactie te zijn, het kan ook iemand van je groep trainees zijn, of een oud-docent, iemand die je kan bellen.”
3. Bedenk voordat je je onderzoek begint goed wat je wilt weten.
Maartje Spieksma: “Als je zegt, ik ga me in dit onderwerp eens verdiepen, dat werkt niet. Je kunt altijd door blijven gaan. Het is nooit goed genoeg. Je weet nooit of je alles weet wat er te weten valt. Je kunt er echt in blijven hangen. Bedenk voordat je je onderzoekt begint goed wat je wilt weten. Ik zou echt met jezelf afspreken: dit ga ik onderzoeken en als ik dat weet, moet ik er op een gegeven moment een punt achter zetten.”
4. Combineer onderzoek met verslaggeving en blijf op pad gaan
Hessel von Piekartz, voormalig trainee op de dataredactie van de Volkskrant: “Wat ik meeneem, is dat je onderzoek goed kan combineren met verslaggeving. Je moet proberen het ritme van een verslaggever proberen vast te houden. Tenminste, dat geldt voor kranten. Daar wordt dat gewaardeerd. Maar dat kun je gerust combineren met de onderzoeksmethoden die je onder de knie moet krijgen op een gegeven moment.”
Arjan Rienks, voormalig trainee bij het Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant: “Als ik nu terugkijk op de afgelopen twee jaar, was het misschien beter geweest om toch wat langer bij de nieuwsdienst te blijven. Al redelijk snel was ik met grote onderwerpen bezig. Je merkt dan dat je daarin blijft zitten. En dat je daardoor minder mensen gaat spreken, minder op
pad bent, ook minder tips krijgt. Je hoort minder dingen. En ik denk dat dat het werk makkelijker had gemaakt, om van daaruit onderwerpen te zoeken.”
5. Ga op zoek naar een niche
Sophie Blok, voormalig trainee bij Argos radio: “Wat ik heb geleerd is dat het fijn is om een soort niche te hebben. Ik heb een achtergrond in milieuwetenschappen. Als er een onderwerp was dat daar iets mee te maken had, werd ik al snel gevraagd. Daardoor heb ik veel verhalen kunnen maken met de kennis die ik al had en echt iets aan die verhalen kunnen toevoegen. Dat vond ik fijn. Dat specialiseren op een iets specifieks, dat is aan te raden. Ik heb niet alleen maar klimaatdingen gedaan, maar het was toch wel fijn dat ik de klimaatpersoon was op de redactie.”
Hessel von Piekartz: “Bijt je vast in een onderwerp, in een portefeuille. Daar wordt vaak veel waarde aan gehecht. Als dat lukt, kun je vaak ook wat langer blijven. Ik kan dat de komende tijd in elk geval wel even doen. Ik ben sinds kort voor een tijdje verslaggever medische zorg bij de Volkskrant. En ook daar zie ik weer dat het goed uitkomt om een onderzoeksachtergrond te hebben.”
6. Je kunt meer bereiken als je samenwerkt
Sophie Blok: “Ik heb veel geleerd over het belang van samenwerken. Ik denk dat ik zelf een einzelgänger kan zijn, maar met sommige verhalen kun je meer bereiken als je samenwerkt, ook met verschillende media. Investico schrijft bijvoorbeeld voor Trouw, De Groene Amsterdammer en Argos. Dan bereik je een veel groter publiek dan als ik alleen maar een uitzending voor Argos maak. Ik denk dat dat altijd een beetje eng was in de journalistiek, maar dat dat steeds meer begint te komen. Dat is een ontwikkeling die ik heel erg aanmoedig.”
7. Neem de input mee van je lezers of luisteraars
Maartje Spieksma: “Ik heb ook veel geleerd over regionale journalistiek. Ik had van tevoren niet gedacht dat het zo bij me zou passen, maar je merkt echt hoe belangrijk je bent voor mensen. Het is zelden dat ik ergens kom om een interview af te nemen of een reportage te maken, en dat mensen de krant niet hebben, ze zijn er echt aan gehecht. Je krijgt wekelijks, zo niet dagelijks tips binnen. Mensen weten je echt te vinden.”
Monique Hindriks: “Zoek de interactie op met je publiek. Bij AT5 vroegen we best wel vaak aan mensen om zelf actief dingen in te sturen voor het onderzoek waarmee we bezig waren. Plaats ook bij grotere onderwerpen gewoon een oproepje en neem de input mee van je lezers of luisteraars. Dat werkt erg goed.”