De Doorsons
Dit twee eeuwen omspannende verhaal is Roline Redmonds kroniek van haar eigen tot slaven gemaakte familie. Dat verhaal ontvouwt zich als een intercontinentale odyssee langs getuigen en in archieven in Suriname en Nederland en wordt verteld als was de auteur een hedendaagse griot: de West-Afrikaanse chroniqueur van de familiegeschiedenis. De naspeuringen worden danig bemoeilijkt doordat voorouders in alle archieven ontbreken omdat ze niet meer waren dan chattel, oftewel gebruiksgoederen. De Doorsons weten hun achterstand dankzij hun enorme werkkracht desondanks om te buigen, heel vaak onder leiding van de vrouwen, hun kroost beschermend en gebruikmakend van oude rituelen om de overerfde pijn van verlies en verlangen te helen.
‘Mijn interesse voor mijn familie is gevoed door onze drie voormoeders. Mijn overgrootmoeder Constantia Augustina Doorson, de marktvrouw, mijn grootmoeder Paulina Magdalena Wijks, de wasvrouw, en haar dochter, mijn moeder, Annette Josephine Wilson, de naaister, matriarchen uit drie generaties. De Doorson-Wijks-familie.
Meer nog dan kennis van en feiten over de familie hebben ze ons een sfeer doorgegeven, en wel een van verlies en van verlangen naar verbinding met verwanten. Die verlangens werden niet concreet uitgesproken, maar sluimerden op een hoge plank in een hoekje van mijn bewustzijn. Mijn moeder is het meest uitgesproken geweest in haar streven om contact te zoeken met familieleden. Zowel met de levenden als met de gestorvenen.’
Dit boek is het narratief van elke slavenfamilie in het Caribisch gebied, Zuid-Amerika en de Verenigde Staten. Het verhaal is een speurtocht naar personen en naar gegevens in archieven, en naar leven en overleven in een gedwongen werkritme, vanaf 1873 weliswaar in vrijheid, maar ook in armoede.