Aan het begin van de coronacrisis ontvingen grote bedrijven miljarden aan staatssteun, maar moest het midden- en kleinbedrijf met minder genoegen nemen. Kleine ondernemers konden zich volgens het kabinet bij hun bank melden voor zogenaamde ‘coronakredieten’ met een gedeeltelijke staatsgarantie. Toch kreeg maar een klein deel van de bedrijven die zich bij hun bank meldden een noodkrediet. Waarom werkte de maatregel, die door het kabinet werd aangeprezen als panacee voor (kleine) bedrijven die door de coronamaatregelen getroffen werden, niet als verwacht? En hoe kan het dat vergelijkbare maatregelen in bijvoorbeeld Duitsland en Zwitserland wel werkten? Tim Staal en Emiel Woutersen onderzochten de gang van zaken in Nederland rond noodkredieten voor kleine bedrijven.