Noord-Korea zegt nooit sorry
Op 17 september 1996 strandt een Noord-Koreaanse spionage-onderzeeër voor de kust van Zuid-Korea. De zesentwintig bemanningsleden gaan aan land. Zuid-Korea slaat groot alarm en mobiliseert veertigduizend soldaten: wat volgt is een klopjacht naar de aangespoelde Noord-Koreaanse bemanningsleden. Vierentwintig soldaten vinden hierbij de dood, één raakt vermist (en is mogelijk de grens overgestoken) en één geeft zich over aan de Zuid-Koreaanse autoriteiten. Bijna vijfentwintig jaar later stuit correspondent Jeroen Visser per toeval op dit verhaal dat hem onmiddellijk fascineert. Hoe verging het de Noord-Koreaanse stuurman van de onderzeeër die als enige het drama overleefde en hoe gaat het nu met hem? Wat zegt het over het Noord-Koreaanse regime dat nog altijd jacht maakt op deze stuurman? Hoe wordt dit incident vandaag de dag gerepresenteerd in zowel Noord- als Zuid-Korea? Jeroen Visser spreekt in zijn boek getuigen, generaals, journalisten en K-popzangers en onderzoekt het verloop van de Noord-Koreaanse spionagemissie.