Nieuws

Leendert van der Valk nieuwe journalist-in-residence bij NIAS

Freelance journalist Leendert van der Valk is de nieuwe journalist-in-residence bij NIAS. Hij gaat zich van september 2024 tot en met januari 2025 met steun van het Fonds BJP wijden aan zijn journalistieke project ‘Atlas van het Nederlandse slavernijverleden’, dat moet resulteren in een boek. Hierin brengt Van der Valk in kaart hoe omvangrijk het aandeel van Nederland écht was in de mondiale slavernij vanaf 1500 tot 1900. Daarnaast duikt hij dieper in de vraag hoe we ons moeten verhouden tot dit slavernijverleden.

25 juni 2024
25 juni 2024

De laatste jaren wordt in Nederland een levendig nationaal debat gevoerd over het slavernijverleden. De regering en koning Willem-Alexander boden excuses aan voor het handelen van de Nederlandse staat in het verleden. Verrassend genoeg is er echter nog steeds geen compleet beeld van de omvang van de Nederlandse slavenhandel door de eeuwen heen. Leendert van der Valk wil daar verandering in brengen.

Meer dan een miljoen

Volgens de journalist en schrijver doelt men vrijwel altijd impliciet op de relatie met Suriname en de Nederlandse Antillen als het over het Nederlandse slavernijverleden gaat; het officiële aantal dat veelvuldig wordt genoemd is 600.000 Afrikanen die onder Nederlandse vlag over de Atlantische Oceaan zijn vervoerd. Van der Valk wil met verhalen, cijfers en kaarten laten zien dat het Nederlands aandeel in de mondiale slavernij veel groter was, langer duurde en meer landen betrof. De focus op de trans-Atlantische slavenhandel laat meer dan twee derde van de feitelijke geschiedenis van de Nederlandse slavernij buiten beschouwing. Minstens een miljoen, en waarschijnlijk meer, tot slaaf gemaakte mensen worden buiten de geschiedenisboeken gelaten, net als tientallen voormalige koloniën en handelsposten. Het verhalende non-fictieboek waar Van der Valks onderzoek in moet resulteren, beoogt het heersende beeld bij te stellen en een interventie te zijn in het publieke debat.

Over het NIAS

Het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS), in het centrum van Amsterdam, ontvangt ieder jaar zo’n vijftig wetenschappers, schrijvers, journalisten en kunstenaars uit de hele wereld. Al sinds 1970 biedt het NIAS jaarlijks een groep ‘fellows’ de mogelijkheid om een aantal maanden te werken aan onderzoeksprojecten, terwijl ze profiteren van elkaars kennis en expertise. De journalist-in-residence wordt onderdeel van deze groep en kan zich vijf maanden volledig aan een diepgravend journalistiek project wijden. Elk jaar is er plek voor twee journalists-in-residence. De residenties volgen de academische kalender: ze lopen van september tot en met januari en van februari tot en met juni.

Het NIAS streeft ernaar een zo goed mogelijke afspiegeling te zijn van de academische werkelijkheid, waardoor de journalist-in-residence omringd wordt door een zeer diverse groep fellows qua wetenschappelijke achtergrond, nationaliteit, gender, carrièrefase etc. De voertaal op het NIAS is Engels, maar het onderzoek van de journalist-in-residence moet leiden tot (ten minste) een Nederlandstalige publicatie.