Matthijs Holtrop en Kick Stokvis kregen subsidie voor hun documentaire over droogte
Freelancejournalisten Matthijs Holtrop (38) en Kick Stokvis (50) maakten met behulp van een subsidie uit de Regeling Journalistieke Projectsubsidies voor RTV Oost, RTV Drente en Omroep Gelderland de documentaire ‘Ons Droge Land’ over de gevolgen van de toenemende droogte in Nederland. We spraken Matthijs Holtrop over de totstandkoming van hun project.
Wat is jullie journalistieke achtergrond?
Ik ben freelancejournalist. Ik werk veel voor NOS Radio 1 als radioverslaggever, en af en toe voor RTV Drenthe als nieuwsverslaggever. In het verleden ook voor Omroep Gelderland. Die laatste twee waren eigenlijk mijn vaste regionale omroepen. Verder werk ik voor heel veel omroepen als het zo uitkomt, in Hilversum of in de regio. En ik maak podcasts voor de commerciële markt, voor notarissen bijvoorbeeld of meest recentelijk voor een waterschap. Kick is documentairemaker. Ik ken hem van de NOS, hij doet eindredactie bij het TV-Journaal.
Dus het was voor jou de eerste documentaire?
Ja, voor mij was dit de eerste en voor Kick de tweede of derde.
Hoe kwamen jullie op het idee voor de documentaire en hoe zijn jullie te werk gegaan?
Het begon bij het feit dat het droog was. Kick en ik zaten in het café en dat ik zei: ‘stel nou dat het dit jaar net zo droog is als vorig jaar en twee jaar geleden. Dan komt er een moment dat het drinkwater in gevaar komt of dat het leven even stopt omdat er geen water meer is. Moeten we daar geen docu over maken?’ Kick lachte het weg, maar stuurde me de volgende dag wel een berichtje dat er misschien toch wel wat inzit.
Toen ben ik bij de omroepen gaan polsen, als eerste bij Omroep Gelderland. Ze waren meteen enthousiast. Daarna heb ik RTV Drenthe gevraagd, die vonden het ook leuk. Daar zeiden ze: waarom vraag je niet ook RTV Oost, die omroep zit ertussenin qua gebied, misschien willen die ook wel meedoen. Dus toen hadden we drie omroepen, die ieder een budget beschikbaar hadden gesteld. We hadden al best een goede basis en konden toen een plan maken waarbij we het grote verhaal over droogte in Nederland vertelden, maar ook lokaal konden draaien om iets over de provincies te vertellen. Je moet wel zorgen dat je ook iedereen bedient natuurlijk.
De vraag die we ons stelden is: waar gaat die droogte schade veroorzaken? We zijn heel thematisch te werk gegaan en hebben elk thema aan een gebied gekoppeld. De natuur zijn we in Drenthe gaan draaien, de schapenherder in het Veengebied en de rivieren in Overijssel. Aanvankelijk wilden we ook de industrie meenemen in Overijssel, maar dat bleek eigenlijk niet zo’n groot probleem te zijn. En toen was het een kwestie van de juiste hoofdpersonen vinden. We vonden een boer in Gelderland die zijn verhaal over de strijd om het grondwater met waterbedrijf Vitens zo goed vertelde. Het draaide allemaal om de vraag van wie het water nou is.
Wat was jullie onderlinge rolverdeling?
Dat was wel even zoeken, want dit was het eerste grote project dat we samen deden. Ik heb de plannen geschreven en Kick heeft al meer documentaire-ervaring, dus hij maakte de begroting. We hebben niet zelf gedraaid, dat hebben we uitbesteed, want daar ligt onze kracht niet en we hebben muziek laten produceren. Wel deden we samen de regie en voormontage en ik heb de eindmontage gedaan.
Wat was de grootste uitdaging van het project?
We waren van plan het hele jaar te filmen, maar gedurende het jaar bleek dat de crisis uitbleef. Sterker nog, in het voorjaar was het echt heel nat. Toen heb ik ook nog getwijfeld of we wel door moesten gaan. We besloten het nog twee weken te geven. Vanaf dat moment voorspelden de weermodellen alleen maar droogte, hitte en zon. Dus toen zijn we doorgegaan, maar hebben we het plan wel een beetje omgegooid. We waren bijvoorbeeld van plan om de brandweer te volgen bij allemaal branden. Nou, echt heel grote branden zijn er in die gebieden niet geweest. Het was natuurlijk een gok die we hebben gewaagd en maar half is uitgekomen. Die crisis was er wel en het verhaal is urgent genoeg om te vertellen. Daarbij zijn we ook gered door de sprekers die een heel mooi persoonlijk verhaal hadden.
Daarnaast was er nog een echt journalistiek obstakel. We hadden Vitens geïnterviewd en de montage stond hen niet aan. Ze vonden dat ze er niet goed uitkwamen en zeiden dat we een probleem hadden als we het uit zouden zenden. Toen hebben we gesproken over wat hij daar precies mee bedoelde. Een interessant gesprek waarna ze zeiden dat ze het niet hoog op gingen spelen, en ook omroep Gelderland niet op de zwarte lijst gingen zetten. Maar de volgende keer dat ik zou bellen moest ik weten dat het antwoord nee zou zijn. Dat risico wilde ik wel nemen, want we waren het niet eens met zijn bezwaar. Journalistiek gezien vond ik het gewoon een heel goed product. Het feit dat ik de montage vooraf liet zien en mijn journalistieke keuzes ook kon toelichten toont aan dat ik transparant ben.
Wat voor reacties hebben jullie op de documentaire gekregen?
Eigenlijk alleen maar positieve reacties, dus dat is wel saai. Nee hoor, dat bedoel ik met een knipoog. De boeren in de Achterhoek hebben het allemaal gezien en naar elkaar doorgestuurd. Het was het gesprek van de dag toen we het uitzonden. Ze hebben onze documentaire ook gebruikt om bij de provincie en het waterschap hun positie nog eens onder de aandacht te brengen.
Zou je nog eens een aanvraag bij het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten doen?
Ja, die is al onderweg! We gaan weer een documentaire maken.
Heb je nog een boodschap voor potentiële aanvragers?
Ga het gewoon doen! Het is niet heel ingewikkeld en het vergroot je mogelijkheden gigantisch. We konden met behulp van de subsidie enorm opschalen in het aantal draaidagen bijvoorbeeld. Op die manier konden we ons plan uitbreiden. We zeiden tegen de omroepen: ‘Voor jullie budget kunnen we plan A doen, en als het Fonds meedoet kunnen we een plan B inzetten en veel meer de diepte in.’ En dan zien ze daar ook wel de voordelen van in. Dus dat was voor ons ideaal. Je kan met meer geld gewoon veel meer inhoud kwijt. Zo simpel is het.